Opdracht 4 Feiten en meningen

 


Voor een werkstuk gebruik je informatie.

Meestal zijn dat feiten.

Soms wordt er ook gevraagd naar je mening.

 

 

Een feit is iets wat echt zo is, of echt gebeurd is.

Je kunt controleren of het klopt.

Vb. Venezuela ligt in het noorden van Zuid - Amerika.
Dat is echt waar. Je kunt dat in de atlas opzoeken.

 

Soms doet iemand een feitenuitspraak die niet klopt.
Vb. In Venezuela heb je geen bergen.
Dat is niet waar.

In het westen van Venezuela heb je wel bergen
Een feitenuitspraak is waar of onwaar.

Een mening is wat je ergens van vindt.

Met een mening kun je het eens of oneens zijn.
Vb. Venezuela is een fantastisch land.
Dat is een mening.

Misschien is een ander het daar helemaal niet mee eens.

Die vindt het juist een vreselijk land.

Bij een mening kun je een argument geven.

Dat is een reden waarom je iets vindt.


Je kunt Venezuela een fantastisch land vinden omdat

het zo'n prachtige natuur heeft.
Dan is het argument dus: De natuur is er zo prachtig.


Of je kunt Venezuela vreselijk vinden, omdat het er zo heet en vochtig is.
Het argument is dan: Het is er heet en vochtig.